Ik ben onrustig. Hoe meer de eindstreep van de zwangerschap in zicht komt, des te meer ben ik bang dat het mis zou kunnen
gaan. Ik ben erg bezig met de twee, bewegen ze nog voldoende, moet ik het
ziekenhuis bellen?
Mijn vriend, de vader van de tweeling, heeft dat niet. En
dat irriteerde me eerlijk gezegd.
Ik ben een nadenker. Dus voor deze kwestie moest ik ook even
gaan zitten. Ik kwam tot de volgende conclusie: vriendlief gaat vol vertrouwen uit
van nieuw leven, ik van de dunne, precaire scheidslijn tussen leven en dood.
Al eerder hield ik mijn overleden oudste zoontje in mijn
armen. En Art heb ik vier keer stervende meegemaakt. Vier keer waren we er op het nippertje bij, hebben we zijn leven gered.
Je (bijna) dode kind in je armen houden is niet normaal.
Maar het is wel mijn referentiekader geworden.