woensdag 27 april 2016

Ieder zijn eigen referentiekader

Ik ben onrustig. Hoe meer de eindstreep van de zwangerschap in zicht komt, des te meer ben ik bang dat het mis zou kunnen gaan. Ik ben erg bezig met de twee, bewegen ze nog voldoende, moet ik het ziekenhuis bellen?
Mijn vriend, de vader van de tweeling, heeft dat niet. En dat irriteerde me eerlijk gezegd.
Ik ben een nadenker. Dus voor deze kwestie moest ik ook even gaan zitten. Ik kwam tot de volgende conclusie: vriendlief gaat vol vertrouwen uit van nieuw leven, ik van de dunne, precaire scheidslijn tussen leven en dood.
Al eerder hield ik mijn overleden oudste zoontje in mijn armen. En Art heb ik vier keer stervende meegemaakt. Vier keer waren we er op het nippertje bij, hebben we zijn leven gered.
Je (bijna) dode kind in je armen houden is niet normaal. Maar het is wel mijn referentiekader geworden.

dinsdag 12 april 2016

Onbezorgd

Afgelopen week kwam ik deze foto tegen:


April 2008. Benten was net drie maanden oud. Wat was ik nog jong en onbezorgd vooral! Ik had nog geen idee van wat me allemaal te wachten stond.
Nu ben ik bijna 34 weken zwanger. Volop bezig met de kindjes die komen gaan, samen met de kindjes die er al zijn. Het is heerlijk om met z'n allen te dromen, tegen mijn buik te praten, een babykamer te maken en samen naar de kleertjes te kijken.
Ik ben erg blij dat Art de gezinsuitbreiding in relatieve goede gezondheid mag meemaken. Dat we hopelijk nog een heerlijke zomer met z'n zessen zullen hebben. Maar ook verdrietig dat hij ons zal ontvallen. 
Vorige week wreef Benten over mijn buik. Hij vroeg: 'Mama, hoe weet je nou dat de baby's wél gezond zijn?' 
Dag onbezorgdheid. Bij het hele gezin dus.