vrijdag 29 september 2017

Achterstallig onderhoud

Een van die dingen waar ik maanden niet aan ben toegekomen, is een bezoek aan de kapper. Vandaag moet het gebeuren. Als ik binnen kom, zie te veel bekende gezichten.
‘Ben je op vrijdag altijd vrij?’ vraagt de kapster.
‘Ik werk niet,’ hoor ik mezelf haar zin afkappen.
‘Dus voor jou is het iedere dag vrijdag,’ gaat ze verder.
Iedere dag vrijdag 22 september 2017 ja, denk ik, de dag dat ik het lichaam van mijn zoon in de oven zag verdwijnen. Maar ik lach netjes en antwoord niets.
Te snel zeg ik dat mijn haar zo goed is.

dinsdag 26 september 2017

Het gaat

Gisteravond zag ik in Carré een van mijn (schrijf)helden, David Sedaris. De kaartjes had ik al lang van tevoren besteld en ik dacht, misschien is het goed om toch even te gaan, mijn hoofd op andere gedachten te brengen.
Het ging best redelijk, ik moest soms lachen en luisterde goed naar de opbouw van zijn verhalen (ik was er tenslotte ook om wat te leren).
Sedaris was aan het vertellen op een leeg podium, en daar dwarrelde naast hem een glinsterend papiertje naar beneden, dat enorm opviel tegen de zwarte achtergrond. Art!, ging er door me heen, Art!
Mariëlle, zei ik streng tegen mijzelf, alsof Art een papiertje van boven te laten vallen om te zeggen dat hij nog ergens is. Nu, tijdens deze avond, terwijl jij je hoofd op andere gedachten probeert te brengen. Dat zou hij echt niet doen, hij zou jou dat avondje voor jezelf gunnen.
Maar het hielp niet, ik kon me niet meer concentreren op de Engelstalige verhalen. Eigenlijk was het zonde dat ik naar Amsterdam was afgereisd. Het enige waaraan ik kon denken was mijn overleden zoon.
Vanmorgen zei Benten: ‘Mama, eigenlijk gaat het wel zonder Art.’ Ja, eigenlijk gaat het wel zonder Art. We doen ons ding, houden ons vast aan de structuur van ons leven zonder te hoeven nadenken. We staan braaf op tijd op, leveren Benten op tijd op school af, laten de hond uit, koken ook nog een gezonde maaltijd. Maar ergens wacht ik op het Grote Zwarte Gat. Ik weet zeker dat dat zal komen. Ook bij Benten. En ik vrees dat we daar lange tijd in zullen verdwijnen.

woensdag 20 september 2017

Alsof

Ik dacht dat ik het vreselijk zou vinden om na jouw overlijden je kleertjes nog in de was te vinden. Maar ik vind het heerlijk, alsof je er nog bent. Ik vind het heerlijk om jouw jas nog aan de kapstok te zien hangen, je rugtasje ernaast, alsof je ieder moment naar school kunt gaan. Je speelgoed door de kamer te zien liggen, je skelter in de tuin. Je schoentjes op de verwarming - hoe vaak heb ik niet gezegd dat je deze even moest opruimen?
Als ik naar je kijk, denk ik: nou Art, doe nu maar weer normaal. Maar door je veranderende lichaam begint de waarheid langzaam binnen te sijpelen. En ik weet, niets wordt ooit weer normaal.  

zondag 17 september 2017

Vanmiddag om 14.35 uur is onze lieve Art heel rustig overleden. We waren allemaal bij hem en buiten scheen de zon. Mooier kon het niet.
Onze dappere strijder.


vrijdag 15 september 2017

Ik kan geen mooie woorden vinden voor dit gruwelijke rotnieuws. En ik wil het eigenlijk ook niet plaatsen, want dan wordt het echt.
Art ging vanaf dinsdagmiddag opeens hard achteruit. Hij kreeg veel pijn en raakte in de war. Zodanig dat hij gistermiddag in slaap is gebracht. Hij heeft rust maar zal niet meer wakker worden.
We wachten met z'n allen op zijn overlijden, waken bij hem, verzorgen hem en hebben hem vooral heel erg lief.

dinsdag 12 september 2017

Luierstrijd

Omdat de toiletbezoeken wel heel erg toenamen, zo’n beetje iedere minuut, vond ik dat het genoeg was. Art moest een luier gaan dragen zodat hij eindelijk wat rust kon pakken. En wij ook.
Het was midden in de nacht. We zaten tegenover elkaar en keken elkaar recht in de ogen – hij voor de zoveelste keer op de toiletpot, ik op mijn hurken ertegenover. Ik zag zijn wilskracht. Die luier ging niet aan.
Nog een paar toiletbezoekjes later probeerde ik hem de luier om te doen. Art spartelde tegen. ‘Ik ben toch een grote jongen,’ huilde hij. Maar hij gaf zich over. Deze slag had ik gewonnen.
Terug in bed hoorde ik hem meerdere keren friemelen aan zijn luier. Ik moet zijn weggedoezeld, want opeens lag de luier naast het bed. Art had zijn zin en sliep tot halverwege de ochtend.
Ondertussen was er door de arts besloten om een katheter te plaatsen. Wel in het ziekenhuis, met een roesje, om dat Art geheid zou vechten tegen dat ding. Het ging goed, maar eenmaal thuis werd Art weer dwars. ‘Dat ding gaat er zeker nooit meer uit,’ riep hij boos. Hij weet precies hoe het zit.
Inmiddels vindt hij die ‘vieze piszak’ toch wel prettig. ‘Handig, hoef ik niet meer naar de wc, mama,’ zei hij vanmorgen vroeg. En hij haalt nu lekker wat slaap in. Met morfine, nog een stap achteruit, maar alles is beter dan een onrustige Art die huilt van de pijn.

zaterdag 9 september 2017

Aftakeling

Art gaat iedere paar minuten ‘even’ naar de wc om ‘een paar druppeltjes’ te plassen, zoals hij het zegt. Hij is hyper en soms moeten we hard om hem lachen. Hij rapt en doet gekke dansjes. Hoewel de reden waarom natuurlijk erg triest is, zijn hersenen raken in de war.
Al vijf nachten slaapt hij amper. Hij weet niet wat hij met zichzelf aan moet. Ligt dertig seconden op zijn plek en stapt dan weer uit zijn bed. De meeste keren zonder te weten waarom hij dat ook alweer deed. Sinds gisteren krijgt hij Lorazepam maar zelfs onder invloed daarvan weet hij nog rond te dribbelen (wat gevaarlijke situaties oplevert). 
De pijn in zijn rechterbeen wordt ondraaglijk en soms zakt hij door zijn been. De rolstoel stond al een tijdje klaar maar wordt nu gevuld.
Afgelopen week werd de pijnbestrijding een aantal keer opgehoogd. ‘Ik heb zo'n pijn, wat helpt hier nou tegen,’ jammert hij nog steeds. Ik denk dat ik dit het ergste vind.

maandag 4 september 2017

Nachtelijke uren

Ik begrijp niet hoe je vader kan beweren dat het uitstekend met je gaat. Zie ik dingen die er niet zijn? Bewaar je je pijn en onrust voor als je bij mij bent? Of zit je vader in een ontkenningsfase?
Feit is dat jij hier naast me ligt, woelend, puffend. Bezweet. Pijn in je been. Pijn in je zij. Je draait en kunt je plek niet vinden. Je moet slapen, Art, morgen begint school. En hoe idioot ook, je gaat gewoon weer mee doen.
Nog een paracetamol. Je moet slapen, Art, en ik ook.