donderdag 21 december 2017

Bruine tegeltjes

Hoe vaak heb ik niet door de hal van het AMC gelopen, met mijn blik gericht op die lelijke vloertegeltjes uit een vervlogen tijdperk. Bijna altijd met Art bij me, eerst op mijn arm, later aan mijn hand en nog later in een rolstoel voor mij. Soms was Art kaal, had hij een infuuspaal bij zich of ‘toverzalf’ op zijn handen. Andere keren lag hij onder narcose in een bed, en soms liep hij vrolijk kletsend te treuzelen.
Ik wilde nooit in die hal zijn, niets met alle mensen om mij heen te maken hebben, dus mijn ogen kwamen niet verder dan die vreselijk bruine tegeltjes onder mijn voeten.

Vandaag liep ik weer door die hal. Alleen. De bruine tegeltjes worden inmiddels vervangen door modernere grijze. Maar dat helpt niets tegen het nare gevoel dat die enorme ruimte met zich meebrengt. Van een ziekenhuis dat je nooit meer loslaat uit zijn wurggreep. Een eindpunt.
Voor mij liep een kaal meisje, een beetje van Arts leeftijd. Uit de tas van haar moeder stak het hoofd van Radio Robbie, de knuffel die Art ooit vergezelde tijdens de bestralingen. Wat weer een toeval.

Het was vandaag inderdaad een eindpunt. Ik had een afrondend gesprek met de liefste en meest betrokken professionals die je je maar kunt indenken. Het was bijzonder, mooi, waardevol en triest. Ik denk dat ik er nu klaar voor ben om voorzichtig vooruit te kijken, met Art heel dicht bij me.
Die tegels wil ik heel lang, en eigenlijk nooit meer zien.

zondag 17 december 2017

Tellend

Ik weet nu dat ik de rest van mijn leven tellend door breng. De weken, maanden tellend dat je niet meer (levend) bij me bent. Vandaag precies drie maanden, Art.  Een kwart jaar, 92 dagen. Het voelt of ik tegen mijn zin steeds verder van jou verwijderd word.  
Ik wil schoppen, tegen het onbestemde, benauwde gevoel van machteloosheid. Ik wil rennen tot ik niet meer kan. Schreeuwen op een verlaten strand. In winterslaap gaan en pas wakker worden als er weer wat voorjaar door de donkere dagen sijpelt.
Het voelt eenzaam en tegelijkertijd wil en kán ik niets anders dan het alleen dragen. Tellend, tot de dag komt dat ik weer bij jou ben.

donderdag 7 december 2017

Rouw is rauw

Een man of vrouw die zijn/haar partner verliest, is een weduwnaar of weduwe. Wat gek dat er geen woord bestaat voor een ouder die een kind verloren heeft. Wat ben ik? Immens verdrietig (understatement), geamputeerd, een deel van mij is weg. Maar het lijkt of mijn rouw niet meetelt, er is niet eens woord voor. Ik voel me in stilte lijden.

Ik vertel mijzelf dat je bent overleden, lieve Art, al een aantal maanden, maar nu pas komt de lading van deze woorden binnen.
Ik zeg mijzelf dat je bent overleden en voel de misselijkmakende beklemming hiervan. Er is geen uitweg of oplossing, het is gewoon zo. Hoe gruwelijk ook, ik heb er maar mee te dealen.
Je jas aan de kapstok helpt niet meer. Ook je stoel aan tafel niet. Je bent er niet meer. Overleden, dood, weg.
En ik voel een helse pijn – een stuk van mijn hart is er hardhandig vanaf gescheurd.

woensdag 6 december 2017

Gemis

Woensdagochtend 6 december. Vriendlief heeft het huis in alle vroegte verlaten, hij moet een vliegtuig halen. Wende werd er wakker van en ligt nu lekker warm naast me te soezen. Ik denk aan gisteravond, Pakjesavond, zonder Art.
Alsof ze het voelt komt Wende tegen me aan liggen. Ik moet een beetje huilen en begin in haar oor te fluisteren. Over de stampvoetjes die we nu hadden moeten horen, van een jongetje dat naar de wc gaat. Over dat jongetje dat nu bij ons in bed had moeten komen om te vertellen over zijn gekregen cadeautjes, met veel te luide stem voor een vroege ochtend. Over hoe hij vanmiddag thuis van school zou komen en direct op het kussen van de hond zou gaan liggen om met haar te knuffelen.
Eenmaal beneden aan de ontbijttafel begint Wende te wijzen naar de foto’s van Art. Ze wil dichterbij en geeft haar afgedrukte broer een aai.
Ze begrijpt alles.